CSBN 2020

CSBN 2020

Het jaarlijks CSBN is weer beschikbaar. Het Cybersecurity Beeld Nederland, opgemaakt door onze overheid in de hoedanigheid van de NCTV. Aan afkortingen geen gebrek. Dat maakt het gelijk ook heel taaie kost: ingewikkeld om te doorgronden. Je gaat haast denken dat het ook de bedoeling is dat we er niet teveel aandacht aan besteden. Of anders doemt bij mij Einstein op:

“If you can’t explain it simply, you don’t understand it well enough”.

Laat me duidelijk zijn: ik weet dat er goede mensen met echte kennis van zaken hun bijdrage leveren aan het rapport. Geen twijfel mogelijk. Waar ik mij op concentreer is de rol van het CSBN in de algehele besturing ter vergroting van de weerbaarheid van onze maatschappij.

Ik mocht al voor het FD wat commentaar leveren op het CSBN. Dat leidde tot een stuk waarin met name de focus lag op het idee van onze overheid om organisaties in de vitale sector te dwingen om hun updates te installeren: “pas toe of leg uit”. Nu vind ik dat eigenlijk wel een goed middel voor de overheid om te hebben in voorkomende situaties, niet zoveel op tegen. Het stuk in de Volkskrant van vandaag over Citrix maakt ook nog maar weer eens duidelijk (toevallig?) wat het belang daarvan is.

Er waren mij wel andere dingen opgevallen aan het CSBN. Laat ik er 3 uitlichten.

Waar is Nederlandse Cybercriminaliteit?

De laatste tijd zijn er opvallend veel aanhoudingen van Nederlandse cybercriminelen die door middel van phishing en fraude via bijvoorbeeld WhatsApp hun slachtoffers maken. Hier bijvoorbeeld. Het is opvallend omdat het tot nog toe veel minder vaak voorkwam dat een cybercrimineel Nederlands bleek te zijn EN omdat er kennelijk meer opsporing plaatsvindt. Maar waarom staat dit niet heel groot als trend in het CSBN?

Wie het CSBN scant en de toelichting leest, krijgt mijns inziens voornamelijk het idee dat er niet zoveel veranderd is ten opzichte van vorig jaar. Toen waarschuwde de NCTV via het CSBN nog voor mogelijke ontwrichting van de maatschappij. Krachttaal is dat. Nou die ontwrichting ligt dus nog steeds op de loer, en er was waarschijnlijk niet nog een stapje hoger denkbaar in het verwoorden van de status om aandacht ervoor te krijgen. Boy cried wolf.

Maar dat cybercriminaliteit door Nederlandse daders wordt uitgevoerd is in mijn optiek een significante ontwikkeling. En eentje die ook om specifieke beleidsaanpassingen vraagt. Waarom?

Opsporing

Ten eerste de opsporing. Het was tot nu toe gebruikelijk te veronderstellen dat cybercriminelen hun activiteiten uitvoeren vanuit Rusland en landen in het oostblok. En dat onze politie daardoor tegen muren aanloopt in de opsporing. Een rechtshulpverzoek aan Rusland wordt niet altijd in volle enthousiasme opgevolgd. Laat staan dat Rusland zou overgaan tot uitlevering van een onderdaan. Dus strandden onderzoeken naar cybercriminaliteit veelal bij een IP-adres. We weten dat het IP behoort tot iemand in Rusland, maar daar houdt het dan mee op. Wie vaak genoeg tegen die muur aanloopt, gaat natuurlijk zich ook afvragen hoeveel zin het heeft om uberhaupt tijd en energie in het onderzoek te stoppen. Oftewel: cybercriminaliteit heeft de sfeer dat het vaak onoplosbaar is.

Maar als het IP-adres zich in de EU bevindt. Of zelfs in Nederland, dan wordt opsporing ineens heel goed mogelijk. Zo goed mogelijk dat het echt weer zin heeft om er (extra) capaciteit op te zetten. En dit is ook echt een maatschappelijk probleem waar veel bedrijven en particulieren door geraakt worden, dus pak het aan.

Nu zie je dus aan het handelen van de politie dat men het zich daar ook lijkt te beseffen, maar ik snap niet dat het CSBN er niet heel expliciet op ingaat. Er wordt wel de dreiging van SMS phishing en WhatsApp fraude in 1 bijzin benoemd, maar niet als een “bredere ontwikkeling” (zie gemarkeerde hoofdvraag in afbeelding hieronder) en ook niet het gegeven dat het vaker om Nederlandse actoren gaat. Wat is dan de rol of waarde van het CSBN?

Preventie

Ten tweede is er alle aanleiding om ook in de preventie goed na te denken over deze ontwikkeling. Immers: het zijn ons eigen jongeren die op het verkeerde pad belanden en in de cybercriminaliteit terecht komen. Stelen van bankgegevens is onderdeel geworden van straatcultuur en men lijkt zich onaantastbaar te wanen als je de gesprekken in online chatkanalen volgt. Er ontstaan groeperingen, criminele leveranciers van deelactiviteiten en men gaat al zover als ronseling van callcentermedewerkers. De kans is aanzienlijk dat die wereld evolueert en ontwikkelt tot niveau waar de crimineeltjes nog veel schadelijker activiteiten gaan uitvoeren. De stap naar ransomware, bijvoorbeeld, is namelijk echt niet zo groot. We hebben beleid nodig die er op gericht is om minder jongeren op dat verkeerde pad te laten belanden. Er zijn gelukkig al veel initiatieven op vlak van scholing die hierop inzetten, niet in de minste plaats het nota bene vorig jaar gelanceerde Hack_Right, maar ook hier weer mijn vraag: waarom is dit niet heel duidelijk onderdeel van het CSBN en de daarop volgende beleidskeuzes? Hack_Right wordt 1x genoemd, in de marge van het CSBN. Niet in de beleidsreactie van de minister.

Onze jeugd glijdt hard af richting cybercriminaliteit, nu nog op niveau van kruimeldiefstal (hoe ingrijpend voor de slachtoffers ook). Maar zonder heel gericht beleid laten we deze vruchtbare criminele voedingsbodem ontwikkelen tot iets waar een veel grotere dreiging van uitgaat. En zal je komende jaren zien dat dit een megaprobleem wordt.

En het MKB?

Je ziet (te) langzamerhand het besef ontstaan dat in ons digitale tijdperk er eigenlijk geen onderscheid meer te maken is tussen vitale en niet vitale processen. Alles grijpt op elkaar in en risico’s en cyberincidenten onstaan steeds vaker “in de keten”. Daar wordt dus ook aan gerefereerd in het CSBN, en meegenomen in de beleidsreactie van de Minister.

Dat betekent dat je niet alleen moet kijken naar wat er zich bij de grote corporates en in specifieke sectoren in ons land afspeelt, maar dat het MKB heel relevant wordt. Als een klein bedrijfje dat diensten levert aan ambulances getroffen wordt door ransomware waardoor die ambulances niet goed kunnen functioneren, hebben we echt een probleem.

Wie durft het luikje van “cyberweerbaarheid” in het MKB open te doen? Ik kan je op een briefje geven dat het om te janken voor verbetering vatbaar is. In zoverre: dat het om een heel andere rol van de overheid vraagt om tot verbetering te komen. Het Digital Trust Center is er voor het MKB en doet met ongetwijfeld minimale middelen best aardig werk maar hoe goed bedoeld ook: het komt niet aan waar het nodig is of in elk geval niet snel genoeg. Mooi bruggetje voor mijn derde punt.

Timing en PDCA

Wie een beetje uitzoomt en de rapportages en beleidsreacties beziet, realiseert zich dat hier een plan-do-check-act cyclus gaande is. Plannen maken, die uitvoeren (regering), controleren (2e kamer), en bijsturen obv opgedane inzichten. Dit is hoe je een “volwassen” organisatie hebt te leiden, zo vertelt ons het goede oude kwaliteitsmanagement.

De eerste vraag is hoe volwassen het werkelijk is. Ook volgens de gebruikelijk principes zou je even grof moeten bekijken of er sprake is van “opzet, bestaan, werking”. Nou. Ik heb in elk geval mijn twijfels bij de werking, zullen we maar zeggen. Ja er is een plan, ja er is een jaarlijkse cyclus en ja er wordt bijgestuurd. Maar bereiken we nu het doel hiermee? Wat is het doel eigenlijk? Het komt op mij over dat het doel is om de PDCA cyclus aan te tonen. We hebben een cyber dreiging, we weten eigenlijk niet goed wat we ermee moeten maar krijgen er wel moeilijke vragen over, we gaan dat “managen” en dmv PDCA laten zien dat we in-control zijn.

“De NCTV beschermt Nederland tegen bedreigingen die de maatschappij kunnen ontwrichten.”

Maar nu komt het: het beleid van de regering wordt bijgestuurd op basis van verouderde inzichten. Het CSBN mist dus informatie over Nederlandse criminaliteit en over dreigingen in de keten van vitale processen. Het CSBN 2021 gaat over data uit 2020 en zal misschien nadrukkelijker stilstaan bij bijvoorbeeld WhatsApp fraude. In de 2e helft van 2020 gaat nagedacht worden over die vervagende grens tussen vitaal en niet-vitaal en wat we daaraan moeten doen (hallo MKB). Maar geeft dan pas aanleiding tot beleidsaanpassingen? De aangepaste digitaliseringsagenda haalt ook het CSBN aan, maar dan die van 2019, die dus gaat over data van 2018.

Dit is allemaal te langzaam. De jaarlijkse PDCA cyclus werkt niet voor een gedigitaliseerde maatschappij (want dat zijn we allang) en al helemaal niet voor security. Als je al PDCA volgens het boekje wilt toepassen, doe dat dan op zijn minst per half jaar maar liever nog per kwartaal. Je zult zien dat er elke keer wel weer iets significant is veranderd. Vervolgens heb je een organisatie nodig die wendbaar is en op kwartaalbasis kan meebewegen met nieuwe ontwikkelingen.

Ik zou graag een regering zien die op deze manier digitalisering begrijpt. En het bestuurlijk echt anders durft aan te pakken. En dan ook nog beseft dat digitalisering niet een losstaand fenomeen dat om een geisoleerde andere aanpak vraagt. Maar dat de hele maatschappij leunt op digitaal en dat de gehele inrichting van governance daarop moet worden aangepast. Een regering die rapporteert over de werking van een proces en de keuzes die gemaakt zijn om budgetten daarbinnen op de juiste plekken te alloceren.

Zodat we als Nederland echt in-control zijn.